emile koopmans

Aandacht-trekkerij

Architecten trekken aandacht. Dat hoort bij ons vak. Maar zijn architecten ook aandacht-trekkers? Architecten bouwen langs de openbare weg, dus je probeert kwaliteit te leveren. Bovendien: goed werk trekt de aandacht die nodig is voor akkwisitie. Het is alleen jammer dat het werk van architecten behoorlijk anoniem is. Wie weet er nou wie de architect is van een gebouw? Of zelfs wie er eigenlijk űberhaupt architect is.

Je kunt je natuurlijk onderscheiden door een zwart pak aan te trekken. Of lang haar met wapperende grijze manen of een staartje. Of een opvallende bril. Een hoed of een dure auto, een Porsche of een oude Saab-cabrio. Of je kunt columns gaan schrijven. Je zou willen dat je naam op het project stond, zoals een kunstschilder zijn naam op een schilderij zet. Ik ken een architect die soms wél zijn naam op zijn gebouwen zet. Hij is de ontwerper van de Stopera in Amsterdam en het Stadhuis in Almere). Ster-architect Cees Dam plaatste daar, naast elkaar, twee ronde ramen die hij deels liet overlappen. Daarmee liet hij zijn initialen CD in de gebouwen achter. Briljant! En leuk voor later.

Ben ik ook een aandacht-trekker? Ik moest eraan denken toen ik me voor mijn huis, door de buurman, naar de overkant van het water liet varen. De buurman bromde: wat moet je daar in vredesnaam. Er is een afgezaagde boom, zei ik, daar ga ik een smiley op zetten. Dat is natuurlijk vreemd. Men zal zich afvragen, vermoed ik, welke aandacht-trekker zoiets erop tekent. Tja, waarom? Gewoon omdat zo’n rond vlakje erom vraagt. En omdat ik het grappig vind. En het werkt: ik zie nu glimlachende voorbijgangers stoppen en een foto maken.

Onlangs werd mij letterlijk aandacht-trekkerij voor m’n voeten geworpen. Door mijn eigen lief, notabene. Ik paste in een schoenwinkel nieuwe schoenen. Het waren blauwe. Ze bevielen me. Toen zei de verkoopster: we hebben dezelfde schoenen ook in het bruin. Ze haalde ze uit het magazijn op en ik verving een blauwe door een bruine. Prachtig vond ik. Mag ik ze aanhouden, vroeg ik? De verkoopster schrok ervan: dat meent u toch niet? U gaat toch niet met twee verschillende schoenen naar buiten? Jawel, zei ik. Op straat zag ik meerdere mensen kijken. Aandacht-trekkerij, zei mijn vrouw. Ja, waarschijnlijk wel, gaf ik toe. Maar het is ook abnormaliteits-drang. Of is het architectenlol?