emile koopmans
03/2019

Iedereen blij

De foto bij mijn vorige column, van mijn nieuwe hondje, vertederde een aantal lezers zodanig, dat ik overwoog voortaan de hond als onderwerp te nemen, in plaats van de architectuur. Wat zou het mooi zijn als u net zo emotioneel wordt van de architectuur, die ik beschrijf, als van mijn hondje. Eerder schreef ik al eens over emo-architectuur, ofwel dat sommige architecten in staat zijn om met hun gebouwen de kijkers te ontroeren. Gelukkig zijn daarvan ook voorbeelden in ons gebied.

Daaraan moest ik denken, toen ik mijn nieuwe hondje voor het eerst Noordlaren liet zien. Ons oog viel op een nieuwe melkveestal. Op een hele gevoelige locatie, aan de rand van het dorp, vlak naast de molen, moest een paar jaar geleden, ter wille van de continuïteit van een agrarisch bedrijf, een grote stal verrijzen. Tot groot verdriet van de Noordlaarders. Gelukkig voor hen werden de eerste ontwerpen door de welstandscommissie afgewezen. Totdat de opdrachtgever een architect inschakelde. En ineens viel het ontwerp, bij de dorpelingen, in goede aarde. Geen wonder: het gebouw is prachtig. Het is erg knap van deze boer en zijn architect om op zo’n gevoelige plek, met zo’n groot programma, een gebouw te realiseren dat je kan ontroeren. De stal heeft een vierkante plattegrond met zadeldaken. Op de luchtfoto, in de inzet, is dat goed te zien. De daken zijn een klein beetje verdraaid richting de molen. Zo vangen de wieken nog steeds voldoende wind. En de molen is, vanaf het achterliggende land, nog goed zichtbaar. De verdraaiing van het dak komt tot uiting in de gevels: de ene kant van de stal heeft een vrij gebruikelijk aanzicht, met twee nokken. Maar aan de andere zijde, de kant op de foto, is er een driedeling. De zijgevels hebben, dankzij de verdraaiing, op- en aflopende gevels. De stal is ook van binnen bijzonder spannend. De koeien zijn blij. Het dorp is blij. Mijn hondje is blij. Nou u nog?