emile koopmans
12/2018

Statusverschil in Architectuur

Luister architect, zei de stedenbouwkundige. Het kantoorpand dat jij gaat ontwerpen komt straks aan een singel te staan. Ja maar, sputterde ik tegen, het is nu toch slechts een eenvoudige trekvaart? Jawel, zei de stedenbouwkundige, maar je moet beseffen dat de stad steeds groter wordt. Dat betekent dat de huidige trekvaarten de singels van de toekomst zijn. De trekvaarten gaan dus in hiërarchie omhoog en de nieuwe panden, die eraan komen te staan, moeten daarom meer allure hebben.

Deze wijze les kreeg ik, lang geleden, in Leeuwarden. Daar had je klassieke singels rondom het centrum en eenvoudige trekvaarten, vanuit de provincie, naar het centrum toe. Aan de Harlingertrekweg mocht ik een kantoorpand realiseren. Het moest dus, van de stedenbouwkundige, een voornaam kantoorgebouw worden, dat zich deftig oriënteerde op het water. De stedenbouwkundige had gelijk. Er is verschil in status tussen singels en trekvaarten en eigenlijk tussen alle straten in een stad en in een dorp. Een architect moet zich dus inleven in de hiërarchie van de locatie. En het is verstandig dat hij, samen met een stedenbouwkundige, kijkt naar de gewenste uitstraling van de gebouwen die hij gaat realiseren: passen ze in het huidige straatbeeld en het gewenste straatbeeld in de toekomst.

Ook in Haren bestaat deze hiërarchie. Neem nou bijvoorbeeld het verschil tussen de Rijksstraatweg en de Onnerweg; het statusverschil hoef ik u waarschijnlijk niet uit te leggen. De Rijksstraatweg heeft meer allure dan de Onnerweg. De smalle, bochtige Onnerweg heeft veel kleine, voormalige boerderijtjes en bovendien is een groot aantal woningen, over het algemeen, eenvoudiger. Daar is natuurlijk niks mis mee; van deze variatie is de geschiedenis van een dorp afleesbaar.

Op de bijgaande plaatjes zie je twee pas gebouwde villa’s in Haren. Het zijn mooie huizen. Ze zijn voornaam en ze hebben allure (helaas waarschijnlijk confectiearchitectuur, uit een catalogus en misschien wel uit dezelfde – je zou toch wensen dat deze mensen, die zoveel geld uitgeven voor een nieuw huis, wat meer lef hadden getoond). De één staat aan de chique Rijksstraatweg en de ander staat “slechts” aan de Onnerweg, maar de huizen verschillen nauwelijks in hiërarchie. Weet u welk huis in welke straat is gerealiseerd? Het huis met de twee schoorstenen staat aan de Rijksstraatweg; het grootste huis aan de Onnerweg. Nu vraag ik u: willen we dat de geschiedenis van het dorp afleesbaar blijft in de architectuur? Of is het zo, dat we de Onnerweg langzaam gaan opwaarderen naar de status van de Rijksstraatweg?