emile koopmans
10/2021

Heel Haren Wipt

Mag ik uw tegels wippen, mevrouw?” vroeg ik aan een dame die langs de Emmalaan in haar tuin stond. Ze schrok, sloeg haar handen voor haar borst en zette grote ogen op. Het angstzweet brak haar uit. “Het is ook goed tegen de hittestress!” voegde ik er nog aan toe. Ze draaide zich om en vluchtte haar huis in.

Een lezer van deze column tipte mij voor dit onderwerp. ”Ga toch eens kijken naar dat huis op de Rijksstraatweg, dat zo verbouwd wordt. Dat is ja verschrikkelijk. Dáár moet je wat over schrijven. De hele tuin wordt bestraat. In deze tijd! Juist nu we er voor moeten zorgen dat we vergroenen, in plaats van verstenen”. Ik heb gekeken en het klopt: straatstenen en nog eens straatstenen. Maar ik ken natuurlijk de beweegredenen van de bewoners niet. Misschien rijden ze daar wel in een rolstoel. Dan is bestrating in de tuin wel handiger dan gras, of grind.

Waarom moeten we vergroenen? Omdat we daarmee de biodiversiteit van onze leefomgeving vergroten. Dat voorkomt wateroverlast en hittestress. Deze wijsheid haal ik uit de krant. En daar lees ik ook, dat er in het hele land wedstrijden zijn georganiseerd tussen gemeentes in het tegelwippen, onder het motto ”Heel Holland Wipt”. Zijn we nou helemaal gek geworden? Gemeentes vervangen stenen door groen, samen met de bewoners in hun eigen tuinen, om daarmee hun klimaatadaptatie doelstellingen te halen. De hoofdprijs (een gouden tegel) was voor de gemeente die de meeste tegels wipte. Ofwel het aantal tegels gedeeld door het aantal inwoners. Rucphen was het beste in wippen. Door een goede organisatie, met “Heel Ruckphen Wipt”, waren ze de beste. Groningen werd 21e, dus wij moeten meer oefenen.

En dan ga je er dus meer op letten: hoe is het met onze tuintjes in Haren gesteld? Ik fietste het dorp in en bij het allereerste huis, aan de Emmalaan, waren stratenmakers nét bezig de stenen te verwijderen. Geweldig! Ik gaf ze een compliment, maar ze begrepen het niet. “Hoezo verwijderen? We hebb’n ze d’r juust inleit, mejong!” Ai, helemaal fout. Ik fietste snel door en even verderop stond dus de argeloze mevrouw in haar tuin. Toen ik vroeg, of ik haar tegels mocht wippen, sloeg ze op de vlucht. Enge mannen, die tegelwippers.