emile koopmans
12/2020

Stadsbouwmeester trapt na

Groningers zitten tot hun enkels in de drek”. Dat schrijft de Stadsbouwmeester van Groningen, Jeroen de Willigen, in een open brief. Hij kan het weten, na zes jaar aan de stad gewerkt te hebben. Hij hangt zijn functie aan de wilgen en gaat binnenkort vertrekken. En daarom schreef hij een open brief aan de nieuwe Stadsbouwmeester. Hij beschrijft de toestand die zij gaat aantreffen. En hij wil haar waarschuwen voor overmoed. Maar hij vliegt volledig uit de bocht. Hij beledigt Groningen en trapt na.

De oude Stadsbouwmeester heeft, in de jaren dat hij wekelijks uit Rotterdam kwam aanzeilen, geen beste dunk gekregen van de Groningers. Hij vergelijkt de stad met een puber, die bezig is volwassen te worden. Terwijl de Groningers denken dat ze al lang volwassen zijn en dat ze het allemaal wel zélf kunnen. Groningers hebben bovendien, volgens hem, een minderwaardigheidscomplex. Dus adviseert de scheidende Stadsbouwmeester zijn opvolger niet te lief te zijn, want anders worden de Groningers zelfgenoegzaam en gaan ze zichzelf overschatten.

Groningers zullen zich overigens niet in deze beschrijving herkennen, waarschuwt de oude Stadsbouwmeester zijn opvolger. Nog een belediging. Maar deze klopt. Ik herken me daar inderdaad niet in. We doen in Groningen juist hele fraaie dingen. Het mooiste gebouw van Nederland staat verdorie in Groningen, de trotse suikerbiet die naast de Grote Markt staat te stralen! Of bedoelt hij dat Haren geen kwaliteit heeft? Sinds de samenvoeging met de stad, moet ook Haren zich onderwerpen aan het gezag van de Stadsbouwmeester. Geen wonder dat hij kritiek heeft, want met Haren heeft de meester zich maar kort kunnen bemoeien.

Als volgende Stadsbouwmeester is Nathalie de Vries (ook uit Rotterdam) aangesteld. U kent haar nog uit mijn column Toparchitecten. Ze gaat vast haar best doen om van Groningen iets moois te maken. Maar de scheidende bouwmeester vindt dat Groningen zeker geen architectuurstad is. En vóór zijn tijd was alles nóg veel slechter, schrijft hij. De afgelopen jaren heeft hij er alles aan gedaan, maar het is kennelijk niet gelukt. Want de nieuwe Stadsbouwmeester mag nu de Groningers aan de haren uit het moeras trekken. Want Groningers staan, zonder het te beseffen, diep, diep in de drek……

Dat een Stadsbouwmeester, die zich zes jaar lang vorstelijk laat betalen, de Groningers in de drek achterlaat, zelf zijn voeten veegt en de stadjers, bij zijn vertrek, weg zet als onvolwassen pubers met een minderwaardigheidscomplex, is beledigend en getuigt van een schandalige, westerse arrogantie. Welke wethouder laat dit verraad over zich heen gaan en tekent zijn laatste factuur voor betaling af? Niet doen! Laat hem zélf in de drek zakken!