emile koopmans
06/2019

Blamage

Het was begin mei en toch al hoog zomer en zínderend warm. Maar je weet het nooit van te voren (het had ook kunnen regenen), dus was er een feesttent gebouwd, waarin de Koningin werd ontvangen. Alle bobo’s stonden aan een lange rij statafels opgesteld en de architect was als laatste aan de beurt om Beatrix te ontmoeten. Het werd warmer en warmer in de tent. En het duurde maar. Koele drankjes en allerlei lekkernijen stonden klaar, maar een vorkje prikken: ho maar. Je geeft de Koningin niet een hand met een volle mond. Aan elke tafel had de Koningin een belangstellend praatje. Het duurde maar en het werd steeds warmer; ik smolt weg en dreef m’n nette pak uit!

Het gebeurde hemelsbreed nog geen tweehonderd meter van de plek waar ik vorige week aan het hondelen was. Maar wel pak weg twintig jaar geleden. De Koningin had net een gebouw van mijn hand geopend, met een bijzondere buitentrap voor bezoekers. Het was een hele lange trap, die aan één zijde werd ondersteund, door een hoeveelheid schots en scheef staande palen. Een “Spektakel van Staketsels”, had ik de trap genoemd; dat vond ze aardig, herinner ik mij. Verder weet ik niks meer. Want vlak voordat ze eindelijk bij mijn tafeltje was aangekomen, knapte, door de spanning en de warmte, het middelste knoopje van mijn jasje. En dus deed ik geschrokken, snel de bovenste en onderste knoop maar vast, met als gevolg een naar buiten puilend overhemd. Het was geen gezicht! Beschamend! Ik voelde me net Mr. Bean, met z’n vinger door de gulp, toen hij The Queen de hand mocht schudden. Wat de Majesteit verder tegen mij zei is me totaal ontgaan en ik weet niet of mijn antwoorden wel ergens op sloegen. Ach, ach, gênant, ik droom er nog wel eens van.

Het kwam allemaal weer terug, toen ik “De Vork” bezocht, bij Haren Noord, tussen Essen en de Noorderzanddijk. “De Vork” is een nieuw opstelterrein voor treinen. Door de verbouw van het Hoofdstation in Groningen blijft daar te weinig ruimte over voor het parkeren, het schoonmaken en het tanken van treinen. En dus is hier een nieuw opstelterrein gerealiseerd. Ernaast is een prachtig natuurgebied aangelegd. Het is toegankelijk voor bezoekers en honden. Er zijn wandelpaden, waterpartijen, strandjes, vlonders, bankjes en heel veel bloemen. Het gebied compenseert, wat mij betreft, de verstening van de voormalige natuur ten behoeve van de treinen. Je ziet er nog geen mens. Wat een heerlijke plek om mijn blamage van twintig jaar geleden te verwerken.