emile koopmans
06/2022

Wasstraat in Haren

Het stationsgebied in Haren nadert zijn voltooiing. De beide tweeling-woongebouwen in Oosterhaar, ter weerszijde van het fiets- en wandelpad naar de tunnel richting Westerhaar, zijn bijna klaar en vragen om een kritische beschouwing. De editie van Haren de Krant (waar ik sinds 2010 mijn columns voor schrijf, met de titel Het Oog Wil Ook Wat) is de zomer-editie. De krant slaat een maand over en u mag er dus twee keer zo lang mee doen. Het leek me daarom goed om de lezers van deze column wat huiswerk mee te geven.

Ik vraag u om eens te kijken naar de twee genoemde woongebouwen. Door vaak over architectuur mee te lezen in deze column, vermoed ik bij u een inmiddels geoefende en kritische blik. En ik denk ook dat u vast bereid bent, om open te staan voor de verschillende keuzes, die er door de stedenbouwkundige en de architect gemaakt zijn. Ik geef u wel wat overwegingen mee. Want ik vraag me wat dingen af.

Eerst stedenbouwkundig. Twee goeddeels identieke gebouwen markeren de toegang tot de tunnel onder het spoor. Maar zijn de markeringen markant genoeg? Ik bedoel, waarom zijn ze niet wat hoger? Op zo’n plek, bij het station had dat toch best gekund? Niet direct twin towers, maar toch. Haren kan anno 2022 volgens mij best wel wat meer body hebben. En waarom staan de gebouwen niet evenwijdig aan elkaar, maar heel suf en rommelig, net een beetje verdraaid? En waarom staan ze niet wat dichter bij elkaar, zodat de doorgang wat nauwer is en de compositie meer een eenheid is? En waardoor je de begeleiding naar de tunnel sterker ervaart.

Dan architectonisch. De beide gebouwen lijken de helften van een vierkante taart, waarbij de snijvlakken van een ander materiaal zijn gemaakt. De buitenkant (met afgeronde hoeken) is in vriendelijke zacht-gele steen gemetseld en de snijvlakken zijn beplakt met badkamertegeltjes uit de jaren ’70, hard-groen maar niet lelijk. Waarom? Moeten de mensen uit Oosterhaar in deze wasstraat gewassen worden? Is het als ze de wijk verlaten, of juist als ze binnenkomen? Let verder eens op de verschillen. Waarom heeft het ene gebouwtje balkons en het andere niet? En wat gaan de bewoners straks tegen de wind en voor de privacy op de uitkragende balkons doen? De overburen hebben vast voorkeur voor de inpandige balkons, ofwel de Franse variant.

Maar door de bank heen zijn het nette, vrolijke gebouwtjes, waarop alle partijen hun best hebben gedaan. U heeft op mijn waarom-vragen vast allemaal antwoorden en een mening. Een prettige zomer gewenst en blijf kijken naar architectuur, want Het Oog Wil Ook Wat!